Header afbeelding

Chronische nierschade (demo)

2016/1

Chronische nierschade (demo)

2016/1

Samenvatting

Inleiding

Chronische nierschade is een veelvoorkomend probleem: het komt voor bij 5% tot 10% van de mensen. De afgelopen jaren is het aantal patiënten met chronische nierschade fors toegenomen. Dit komt enerzijds door toename van het aantal patiënten met diabetes mellitus type 2, hypertensie of vaataandoeningen. Ook de vergrijzing speelt een rol. Daarnaast wordt chronische nierschade vaker ontdekt door toegenomen aandacht voor het probleem en betere rapportages van laboratoria.

Het wordt steeds duidelijker dat een gestoorde nierfunctie een belangrijke risicofactor is voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Verlaging van de bloeddruk en optimale behandeling van bijkomende risicofactoren verbeteren de prognose van patiënten met chronische nierschade. Het is daarom belangrijk dat al in een vroeg stadium van nierschade behandeling en controle plaatsvinden, om verdere achteruitgang van de nierfunctie te vertragen en het cardiovasculair risico te verminderen. Medicatiebewaking is daarbij altijd een belangrijk aandachtspunt. Medicatieveiligheid bij patiënten met chronische nierschade kent vele aspecten: geneesmiddelen kunnen (tijdelijk) schadelijk zijn voor de nier, de verminderde uitscheiding kan leiden tot verhoogde plasmaspiegels van het geneesmiddel of de werking van het geneesmiddel kan juist onvoldoende zijn, als de effectiviteit van het geneesmiddel afhankelijk is van de doorstroming door de nier.

We hebben voor het gemak weer een begrippenlijst opgenomen met termen uit deze nascholing die je misschien niet kent.

Bekijk hier de introductie op de nascholing.

Leerdoelen

Algemeen leerdoel: herkennen van situaties waarin de nierfunctie van belang is en weten hoe om te gaan met recepten die zijn uitgeschreven voor patiënten met een verminderde nierfunctie.

Dit leerdoel bereik je na het afronden van dit programma, doordat je:

  • weet wat chronische nierschade is;
  • weet welke geneesmiddelen nierschade kunnen veroorzaken;
  • andere risicofactoren voor chronische nierschade kunt noemen;
  • weet wat de complicaties van chronische nierschade kunnen zijn;
  • de valkuilen kent bij de beoordeling van een schatting van de nierfunctie;
  • op de hoogte bent van geneesmiddelen die aandacht behoeven in geval van verminderde nierfunctie;
  • op de hoogte bent van verschillende methoden om de bewaking van medicatieveiligheid bij patiënten met chronische nierschade te organiseren.

Auteurs

Drs. C.R.C. Huizinga-Arp

Carolijn Huizinga-Arp is apotheker en werkzaam in de openbare farmacie. Daarnaast ontwikkelt zij al meer dan tien jaar nascholingscursussen voor allerlei doelgroepen.

Dr. Nynke Scherpbier

Nynke Scherpbier is hoofd van de eerstelijns vervolgopleidingen van het Radboudumc in Nijmegen en is huisarts in Lent. Zij is gepromoveerd op de organisatie van zorg rond patiënten met chronische nierschade in de eerste lijn.

Dr. Arjen Geerts

Dr. Arjen Geerts is projectapotheker in de apotheek van het UMC Utrecht en gepromoveerd op het gebruik van laboratoriumwaarden bij het individualiseren van de farmacotherapie.

Dr. Wim de Grauw

Dr. Wim de Grauw is huisarts in Berghem en senior onderzoeker bij de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Hij doet onderzoek naar vaatschade en naar chronische nierschade.

Opmerkingen

eLearning

In onze eLearnings wordt de cursusstof afgewisseld met vragen en casuïstiek. Deze zijn bedoeld om de stof te introduceren en je kennis vooraf in kaart te brengen; ze tellen niet mee voor je eindresultaat. Voor het behalen van de nascholingspunten moet je: 1. het programma helemaal doorlopen en 2. de afsluitende toets met een voldoende afsluiten (zie hieronder).

De toets

Bij dit programma hoort een afsluitende toets. Alle vragen van de toets moeten beantwoord worden. Wanneer je minimaal negen van de veertien vragen goed hebt beantwoord, heb je de toets gehaald. Je kunt dan een certificaat van dit nascholingsprogramma krijgen. Als je KAOF- of KAA-nummer bij AccreDidact bekend is, worden je punten toegevoegd aan je digitale portfolio bij KABIZ.

Achtergrondinformatie: bouw, functie, werking van de nieren

Achtergrondinformatie

Opdracht

Beantwoord de vragen voordat je de nascholing verder doorwerkt. Het is normaal dat je sommige vragen nog niet kunt beantwoorden.

Vraag

Bij welke aandoeningen heeft de patiënt een verhoogde kans om chronische nierschade te krijgen?

Verklarende woordenlijst
Literatuurlijst
  1. Meer V van der, Wielders HP, Grootendorst DC, Kanter JS de, Sijpkens YW, Assendelft WJ, et al. Chronic kidney disease in patients with diabetes mellitus type 2 or hypertension in general practice. Br J Gen Pract. 2010;60(581):884-90.
  2. Grauw W de, Kaasjager HAH, Bilo HJG, Faber EF, Flikweert S, Gaillard C, et al. Landelijke Transmurale Afspraak Chronische Nierschade. Huisarts Wet. 2009;52(12):586-7.
  3. Wetzels JF, Kiemeney LA, Swinkels DW, Willems HL, Heijer M den. Age- and gender-specific reference values of estimated GFR in Caucasians: the Nijmegen Biomedical Study. Kidney Int. 2007;72(5):632-7.
  4. Zeeuw D de, Hillege HL, Jong PE de. The kidney, a cardiovascular risk marker, and a new target for therapy. Kidney Int Suppl. 2005(98):S25-S9.
  5. Gansevoort RT, Matsushita K, Velde M van der, Astor BC, Woodward M, Levey AS, et al. Lower estimated GFR and higher albuminuria are associated with adverse kidney outcomes. A collaborative meta-analysis of general and high-risk population cohorts. Kidney Int. 2011 Jul;80(1):93-104.
  6. NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement. Utrecht: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst.
  7. Stevens LA, et al. Comparative performance of the CKD Epidemiology Collaboration (CKD-EPI) and the Modification of Diet in Renal Disease (MDRD) Study. Equations for estimating GFR levels above 60 mL/min/1.73 m2. AJKD. 2010;56(3):486-95.
  8. Scherpbier ND, Grauw WJ de, Wetzels JF, Vervoort GM. Acute nierinsufficiëntie bij combinatie RAAS-remmer en dehydratie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1548.
  9. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, editor. Zakboek verminderde nierfunctie. Doseringsadviezen voor geneesmiddelen.4e ed. Meppel: Ten Brink, 2014.
  10. Cheung KC, Chuah SY, Linnenbank NDD. Medicatiebewaking nierfunctiewaarden. Den Haag: KNMP: 2013.
Externe bronnen
Help en toelichting

Hieronder vindt u een korte beschrijving als hulp bij het gebruik van de eLearning- en eindtoetsmodule van AccreDidact.

U kunt dit scherm (en andere schermen in deze module) sluiten door rechts bovenin op het blauwe kruis te klikken. Heeft u ondanks de onderstaande instructie toch nog vragen? Neem dan gerust contact met AccreDidact op: klik hier.

Menu en navigatie

De menu-navigatie bevindt zich aan de linkerkant en bevat de indeling van het programma. U ziet hier direct uw voortgang en door te klikken op reeds gelezen hoofdstukken kunt u navigeren door het programma. Als u een hoofdstuk heeft afgerond, wordt het menu bijgewerkt en ziet u dus uw voortgang.

Onder de inhoudsopgave vindt u verder – soms optioneel – de leerdoelen, informatie over de auteur(s), links naar externe bronnen en deze helpfunctie. Eenmaal geopend kunt u deze items sluiten door op het blauwe kruis rechts bovenin te klikken.

U kunt het menu ‘in- en uitklappen’ door op onderstaand icoon te klikken.

hamburger

Vragen beantwoorden

De vragen in deze module – entreetoets, tussenvragen, vragen bij een casus en toetsvragen – kunt u beantwoorden door een of meer vakjes aan te klikken of – in het geval van open vragen – tekst te typen in het tekstvak. Zodra uw antwoord is genoteerd, verschijnt het juiste antwoord met een toelichting en kunt u verder lezen.

Let op: in sommige browsers moet u – bij open vragen – naast het tekstvak klikken om uw antwoord vast te leggen en verder te kunnen gaan.

Let op: bij meerkeuzevragen met meer opties dient u altijd even te bevestigen wat uw definitieve antwoord is, zie de afbeelding hieronder. Nota bene: heeft een meerkeuzevraag slechts een enkel goed antwoord dan staat voor de antwoordcategorieën geen vierkantje maar een rondje.

meerkeuze

Kan ik tussentijds stoppen en afsluiten?

Ja, dat kan. Uw voortgang en ingevoerde antwoorden blijven bewaard voor de volgende keer dat u het programma weer opent.

Verdieping

Op diverse plaatsen in de tekst vindt u in de rechtermarge een icoon dat aangeeft dat er op dit punt een verdieping staat. Een verdieping kan extra toelichting of aanvullende informatie bevatten. U opent de verdieping door op het icoon te klikken en kunt deze weer sluiten door op het blauwe kruis rechts bovenin te klikken.

verdieping2

Noten

In de lopende tekst vindt u in een donker rondje de noten: als u erop klikt ziet u de achterliggende tekst. Met een volgende klik sluit de noot en kunt u weer verder.

Externe links

Zowel de lopende tekst als verdiepingen en de toelichting op vragen kunnen links naar externe websites bevatten. Als u hierop klikt, wordt er altijd een nieuw venster of tabblad in uw browser geopend. Hierdoor blijft de module van AccreDidact beschikbaar.

Afbeeldingen

De afbeeldingen die u in de programma’s van AccreDidact aantreft, zijn mogelijk geschaald om ze goed weer te geven in de lopende tekst. U kunt altijd op de afbeelding klikken om deze te tonen in het werkelijke formaat, zodat u eventuele details beter kunt zien. U kunt de afbeelding weer sluiten door ergens in uw scherm te klikken.

Literatuurlijst, leerdoelen en auteurs

Deze items vindt u aan de linkerkant van het scherm, in het menu onder de inhoudsopgave. Als u een item geopend heeft, kunt u dit sluiten door op het blauwe kruis rechts bovenin te klikken.

Eindtoets

De afsluitende toets bestaat uit meerkeuzevragen. Net als in de eLearning is er naast de vraagstelling ook een visueel verschil tussen vragen met een goed antwoord (rondjes) en vragen waarbij u om meerdere antwoorden wordt gevraagd (vierkantjes).

Heeft u de toets gehaald dan komt u in een scherm waarin u een korte enquête over de nascholing kunt invullen. Daarna kunt u uw punten direct laten toevoegen aan GAIA/PE-Online/KABIZ/KRT (kies ‘nee’ als u niet geregistreerd bent of uw punten elders verzamelt) en aangeven hoe lang u over de nascholing, inclusief toets, heeft gedaan.

U heeft drie pogingen om de eindtoets met een voldoende af te ronden. Mocht u nog een poging nodig hebben dan moet de toets gereset worden (zie hieronder). U zult de eLearning dan opnieuw moeten doorlopen.

resultaat

Externe bronnen en verklarende woordenlijst

Indien nuttig kunnen aan een eLearning externe bronnen (denk aan een online rekentool of het Farmacotherapeutisch Kompas) en/of een woordenlijst worden toegevoegd. Net als bij alle andere vensters geldt dat u deze met een klik op het blauwe kruis rechts bovenin sluit.

Beeld bij dit programma
Leerdoelen

Algemeen leerdoel: herkennen van situaties waarin de nierfunctie van belang is en weten hoe om te gaan met recepten die zijn uitgeschreven voor patiënten met een verminderde nierfunctie.

Dit leerdoel bereik je na het afronden van dit programma, doordat je:

  • weet wat chronische nierschade is;
  • weet welke geneesmiddelen nierschade kunnen veroorzaken;
  • andere risicofactoren voor chronische nierschade kunt noemen;
  • weet wat de complicaties van chronische nierschade kunnen zijn;
  • de valkuilen kent bij de beoordeling van een schatting van de nierfunctie;
  • op de hoogte bent van geneesmiddelen die aandacht behoeven in geval van verminderde nierfunctie;
  • op de hoogte bent van verschillende methoden om de bewaking van medicatieveiligheid bij patiënten met chronische nierschade te organiseren.
Samenvatting

Inleiding

Chronische nierschade is een veelvoorkomend probleem: het komt voor bij 5% tot 10% van de mensen. De afgelopen jaren is het aantal patiënten met chronische nierschade fors toegenomen. Dit komt enerzijds door toename van het aantal patiënten met diabetes mellitus type 2, hypertensie of vaataandoeningen. Ook de vergrijzing speelt een rol. Daarnaast wordt chronische nierschade vaker ontdekt door toegenomen aandacht voor het probleem en betere rapportages van laboratoria.

Het wordt steeds duidelijker dat een gestoorde nierfunctie een belangrijke risicofactor is voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Verlaging van de bloeddruk en optimale behandeling van bijkomende risicofactoren verbeteren de prognose van patiënten met chronische nierschade. Het is daarom belangrijk dat al in een vroeg stadium van nierschade behandeling en controle plaatsvinden, om verdere achteruitgang van de nierfunctie te vertragen en het cardiovasculair risico te verminderen. Medicatiebewaking is daarbij altijd een belangrijk aandachtspunt. Medicatieveiligheid bij patiënten met chronische nierschade kent vele aspecten: geneesmiddelen kunnen (tijdelijk) schadelijk zijn voor de nier, de verminderde uitscheiding kan leiden tot verhoogde plasmaspiegels van het geneesmiddel of de werking van het geneesmiddel kan juist onvoldoende zijn, als de effectiviteit van het geneesmiddel afhankelijk is van de doorstroming door de nier.

We hebben voor het gemak weer een begrippenlijst opgenomen met termen uit deze nascholing die je misschien niet kent.

Bekijk hier de introductie op de nascholing.

Auteurs

Drs. C.R.C. Huizinga-Arp

Carolijn Huizinga-Arp is apotheker en werkzaam in de openbare farmacie. Daarnaast ontwikkelt zij al meer dan tien jaar nascholingscursussen voor allerlei doelgroepen.

Dr. Nynke Scherpbier

Nynke Scherpbier is hoofd van de eerstelijns vervolgopleidingen van het Radboudumc in Nijmegen en is huisarts in Lent. Zij is gepromoveerd op de organisatie van zorg rond patiënten met chronische nierschade in de eerste lijn.

Dr. Arjen Geerts

Dr. Arjen Geerts is projectapotheker in de apotheek van het UMC Utrecht en gepromoveerd op het gebruik van laboratoriumwaarden bij het individualiseren van de farmacotherapie.

Dr. Wim de Grauw

Dr. Wim de Grauw is huisarts in Berghem en senior onderzoeker bij de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Hij doet onderzoek naar vaatschade en naar chronische nierschade.

Opmerkingen

eLearning

In onze eLearnings wordt de cursusstof afgewisseld met vragen en casuïstiek. Deze zijn bedoeld om de stof te introduceren en je kennis vooraf in kaart te brengen; ze tellen niet mee voor je eindresultaat. Voor het behalen van de nascholingspunten moet je: 1. het programma helemaal doorlopen en 2. de afsluitende toets met een voldoende afsluiten (zie hieronder).

De toets

Bij dit programma hoort een afsluitende toets. Alle vragen van de toets moeten beantwoord worden. Wanneer je minimaal negen van de veertien vragen goed hebt beantwoord, heb je de toets gehaald. Je kunt dan een certificaat van dit nascholingsprogramma krijgen. Als je KAOF- of KAA-nummer bij AccreDidact bekend is, worden je punten toegevoegd aan je digitale portfolio bij KABIZ.