Ondersteunen van zelfmanagement bij chronisch zieken (demo)
2014/1
Ondersteunen van zelfmanagement bij chronisch zieken (demo)
2014/1
Samenvatting
Inleiding
Als gevolg van demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de gezondheidszorg zijn er meer ouderen en meer mensen met chronische gezondheidsproblemen. Bovendien wordt van mensen die gebruikmaken van zorg verwacht dat zij zelf een (groter) aandeel nemen in de zorg voor hun gezondheid: meer zelfmanagement. Dat stelt niet alleen patiënten maar ook zorgverleners voor extra taken. Van hen wordt verwacht dat zij hun patiënten ondersteunen bij zelfmanagement en hun patiënten daartoe uit te rusten.{2 Bovendien stellen zorgverzekeraars steeds vaker eisen aan de inspanningen en resultaten van de zorgverleners op dit gebied.
In KNGF-richtlijnen wordt voorlichting genoemd als interventie om gezondheidsgedrag te bevorderen; in een aantal richtlijnen wordt het streven naar (meer) zelfmanagement expliciet vermeld.
Bij veel patiënten zijn meerdere zorgverleners betrokken, vaak van verschillende disciplines. Ondersteunen van zelfmanagement vereist daarom ook onderlinge afstemming. Het ondersteunen van zelfmanagement stelt eisen aan de organisatie van de zorg en andere randvoorwaarden. Dat heeft geleid tot het ontstaan van zorgketens en zorggroepen .
Deze nascholing biedt handvatten om een inschatting te maken van het zelfmanagement van uw patiënten in de praktijk, te onderzoeken welke factoren daarbij een rol spelen en vervolgens effectieve interventies te kiezen om hun zelfmanagement te bevorderen. In de nascholing worden modellen van gedragsverandering beschreven die in de fysiotherapiepraktijk, maar ook multidisciplinair, toepasbaar zijn, vooral bij de zorg voor chronisch zieken.
Leerdoelen
Na het doornemen van dit nascholingsprogramma:
- hebt u inzicht in zelfmanagement;
- hebt u inzicht in de fasen van gedragsverandering;
- kunt u het stappenmodel van gedragsverandering beschrijven (Doen en blijven doen) inclusief de persoonsgebonden factoren;
- herkent u in casuïstiek de stappen en relevante beïnvloedende factoren en kunt u aangeven welke interventies geschikt zijn;
- kunt u de rol van persoonsgebonden factoren bij gedragsverandering beschrijven, in casuïstiek herkennen en de implicaties voor gedragsverandering uitleggen;
- kunt u randvoorwaarden aangeven voor het opzetten en uitvoeren van (multidisciplinaire) zelfmanagementondersteuning.
Auteurs
Drs. Frank Verhulst
Frank Verhulst is eerstelijns psycholoog, docent en trainer van gezondheidsprofessionals op het gebied van communicatie en zelfmanagement. Hij heeft voor multidisciplinaire groepen van eerstelijns zorgverleners nascholingsprojecten ontwikkeld op het gebied van voorlichting en zelfmanagementondersteuning.
Drs. Marieke van der Burgt
Marieke van der Burgt is arts en voorlichtingsdeskundige. Zij heeft nascholingsprojecten op het gebied van voorlichting en ondersteuning van zelfmanagement ontwikkeld voor diverse beroepsgroepen.
Leven met een chronische ziekte
Integraal model voor zorg aan chronisch zieken
Wij leven steeds langer, waarvan een groter aantal jaren met (chronische) gezondheidsproblemen. Een kwart van alle Nederlanders heeft één of meer chronische gezondheidsproblemen en dat aantal zal verder toenemenHoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. Van gezond naar beter. Bilthoven, RIVM, 2010.. Gezondheidsproblemen kunnen het functioneren op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied belemmeren. Het (biopsychosociaal modelAdler RH. Engel's biopsychosocial model is still relevant today. J Psychosom Res. 2009;67(6):607-11.. maakt duidelijk dat naast biomedische factoren ook psychologische en sociale factoren van invloed zijn op gezondheid en ziekte en dat deze groepen factoren elkaar daarin bovendien onderling beïnvloeden. Reden genoeg om te bekijken hoe mensen met chronische gezondheidsproblemen, net als andere Nederlanders, zelf de regie over hun leven kunnen houden: zelfmanagement. Behalve de demografische ontwikkelingen zijn er nog meer redenen om zelfmanagement een centralere plaats te geven in de zorg. Het aantal zorgverleners zal namelijk geen gelijke tred houden met de toename van de zorgvraag. Ook groeit langzamerhand het besef van de invloed van leefstijl en omgaan met beperkingen op de gezondheid. Ook beseft men beter dat mensen dag in dag uit, 24 uur per dag hun leven leiden en dat zorgverleners gedurende maar een klein deel van die tijd beschikbaar zijn. Mensen moeten het grootste deel van hun leven zelf organiseren, met hun eigen sociale netwerk. Al met al reden genoeg voor de overheid om zelfmanagement op het schild te hijsenMinisterie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Beleidsbrief Programmatische aanpak van chronische ziekten. Den Haag: Ministerie van VWS, 2008.. Overigens geven mensen met een chronisch ziekte de voorkeur aan de aanduiding ‘eigen regie’ boven de term ‘zelfmanagement’Heijmans M, Waverijn G, Houtum L van. Zelfmanagement, wat betekent het voor de patiënt? Utrecht: NIVEL, 2014.
.
Ook andere ontwikkelingen in de maatschappij hebben invloed op een veranderende relatie tussen patiënt en zorgverlener. Mensen hebben meer behoefte aan informatie en betrokkenheid bij besluitvorming. Ook of juist mensen met chronische ziekten willen regie over hun leven mét zorg. Deze ontwikkelingen geven zorgverleners en patiënten een andere rol met andere taken.
Om mensen met (chronische) gezondheidsproblemen daadwerkelijk regie te geven over hun leven met zorg, is aandacht nodig voor:
- een integraal model voor zorg aan chronisch zieken;
Het Chronic Care Model (CCM) is een veelgebruikt model voor integrale zorg voor chronisch zieken. Het model laat zien wat er nodig is om patiëntgerichte, integrale zorg aan chronisch zieken te organiseren. De zorg wordt zoveel mogelijk dicht bij de patiënt georganiseerd en zelfmanagement heeft een (centrale) plek in het model (zie figuur 1). Dat stelt eisen aanrandvoorwaarden zoals beleid, financiering en organisatie van de zorg, inclusief zelfmanagementondersteuning. - de veranderende relatie van patiënt en zorgverleners en de gewijzigde rol van elk van beiden; zich onder meer uitend in
- samenwerking tussen patiënt en zorgverlener;
- gedeelde besluitvorming (shared decision making);
- zelfmanagementondersteuning met expliciet aandacht voor leefstijl, gebaseerd op een integraal model voor gedragsverandering;
Chronic Care Model
Het Chronic Care Model gaat uit van actieve participatie van de patiënt en zorg die zelfmanagement ondersteuntWagner EH, Austin BT, Korff M von. Organizing care for patients with chronic illness. Milbank Quarterly. 1996;74(4):511-44.. Er is echter meer nodig dan het toepassen van interventies door de zorgverlener om zelfmanagement van de patiënt te ondersteunen. Het CCM laat zien wat er nog meer nodig is om integrale zorg te realiseren. Zo moet het zorgproces anders georganiseerd worden dan nu meestal het geval is. Daarin moet expliciet aandacht zijn voor de volgende processen:
- beslissingsondersteuning;
- registratie en toegankelijkheid van gegevens;
- patiëntgerichte organisatie van de zorg.
Zorgverleners moeten geschoold zijn in en werken vanuit de principes van het Chronic Care Model. Overheidsbeleid en beleid van de betrokken beroepsgroepen moeten werken op basis van het CCM aansturen en faciliteren. Patiëntenorganisaties kunnen het belang en de positie van patiënten behartigen en patiënten in praktische zin ondersteunen.