Wondbehandeling (demo)
2016/1
Wondbehandeling (demo)
2016/1
Samenvatting
Inleiding
Behandeling van wonden is een bijna dagelijkse activiteit in de huisartsenpraktijk. De meeste huisartsen doen dat graag en ook hun assistenten vinden dit handwerk in het algemeen plezierig en nuttig. Het is een fijne variatie op en een goede afleiding van het vele praatwerk dat elke dag moet gebeuren.
Er zitten nogal wat verschillen in de behandeling van wonden. Er doen zich vragen voor als: welke wondreiniging wordt gebruikt en welke wordt tegenwoordig geadviseerd? Vindt desinfectie plaats en zo ja, waarmee? Moet eventuele desinfectie ín de wond plaatsvinden, óm de wond of beide, en waarmee? Moet in de wond anders gedesinfecteerd worden dan om de wond? Welke moet de eerste behandeling zijn bij 'mooie' wonden en bij ‘vieze’ wonden? En dan hebben we het nog alleen maar over de acute wonden. Bij de behandeling van chronische wonden zijn de verschillen nog groter.
Aangaande de duur van het laten zitten van hechtingen blijken er meerdere meningen te zijn. Wat wordt in de literatuur als een gebruikelijke periode gehanteerd? Twijfel bestaat er ook nogal eens over de duur van de wondgenezing van de verschillende huidgebieden en daarmee de duur van het in de wond laten zitten van hechtingen.
WCS Classificatiemodel
Zeker de oudere assistenten zijn niet grootgebracht met het classificatiemodel van het WCS Kenniscentrum Wondzorg. In dit model wordt een praktische methode gehanteerd om vooral chronische wonden te beoordelen en te behandelen. Er worden zwarte, gele en rode wonden onderscheiden, die alle een verschillende behandeling behoeven. De huisarts zal de noodzakelijke beslissingen nemen en de behandeling uitvoeren, maar het is niet verkeerd dat de assistent er ook iets van weet. En er in ieder geval iets over gelezen heeft, zoals in dit programma.
Tegenwoordig vindt men dat veel chronische wonden behandeld moeten worden in een vochtig milieu, terwijl vroeger toch geleerd werd dat een wond droog behandeld moest worden. 'Een korst is het beste verband', hoort jullie auteur de chirurg op college nog zeggen. Maar droog behandelen is bij een aantal aanwijsbare wonden niet de beste behandeling. Uitgelegd wordt waarom dat zo is.
Wondverband
Als er ergens veel gewijzigd is de laatste jaren, dan is dat op het gebied van de wondbedekking. Daar is door de bomen het bos niet meer te zien. Wat is nu de plaats van het aloude hydrofiel gaas, van de eerstehulpverbanden, zalfverbanden en tulen, van de hydroactieve verbanden? Vanwege de nieuwe verbanden blijken er ook andere adviezen te bestaan over de frequentie van verband wisselen. Zijn al deze vernieuwingen redenen dat de huisarts de verbandkeuze nogal eens overlaat aan jou, de praktijkassistent of de praktijkondersteuner en/of verpleegkundige uit het ziekenhuis of het verzorgingstehuis?
Als de apotheker en zijn assistenten kijken naar de recepten voor wondbehandeling en wondbehandelingsmaterialen, dan zien zij nogal wat verschillen tussen de voorschrijvers. De ene schrijft dit voor en de andere dat. Er blijkt bepaald geen eenvormigheid te bestaan. Mede daarom is het goed te kijken wat er allemaal is, wat de verschillen zijn en wat aangeraden of afgeraden wordt.
Daar komt bij dat er met het formulier van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) moet worden gewerkt als er serieuze wonden bestaan. De voorwaarden rondom dit ZN-formulier zullen in dit programma nog eens op een rij worden gezet.
Bijzondere wonden
De behandeling van brandwonden zal wel overal ongeveer hetzelfde zijn, hoewel daarover door de komst van nieuwe wondbedekkers ook andere inzichten bestaan. Dat gaan we bespreken. En beetwonden, moeten die in principe altijd open blijven zoals altijd is gezegd of mogen sommige beetwonden, zoals in het gezicht, wél gehecht worden? Er wordt verschillend gehandeld. Het is dus nuttig om er in dit programma aandacht aan te besteden, zodat jij eventueel ook kan adviseren als de huisarts visites rijdt.
Kort wordt ook stilgestaan bij wonden door doorliggen (decubitus) en andere diepe of bijzondere wonden. Je zult daar hopelijk niet al te vaak mee te maken hebben.
Leerdoelen
Na het doornemen van dit programma heb je:
- je kennis over de gang van zaken bij normale wondgenezing opgefrist;
- je huidige kennis van wondbehandeling opgehaald, geactualiseerd en aangevuld, waardoor je wondbehandeling in de praktijk beter kunt uitvoeren;
- de verschillende typen wondverband en de toepassingen ervan meegekregen, zodat je met meer kennis van zaken kan meehelpen met de keuze voor de soorten wondverband in de praktijk;
- kennis opgedaan over bijzondere en chronische wonden, waardoor je mee kan behandelen volgens de hedendaagse inzichten.
Auteur
Drs. van Lieshout, G.J.C.M.
Gert van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij 16 jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel werkt hij mee aan het ontwikkelen van mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en aan schriftelijke geaccrediteerde nascholing.
Opmerkingen
eLearning
In onze eLearnings vind je vragen of casus. Deze zijn bedoeld om de stof te introduceren en je kennis vooraf in kaart te brengen; ze tellen niet mee voor je eindresultaat. Voor het behalen van de nascholingspunten moet je: 1. het programma helemaal doorlopen en 2. de afsluitende toets met een voldoende afsluiten (zie hieronder).
Toets
Bij dit programma hoort een afsluitende toets. Alle vragen van de toets moeten worden beantwoord. Wanneer je minimaal negen van de eerste veertien vragen goed hebt beantwoord en vraag 15 hebt ingevuld, kun je een certificaat krijgen van dit nascholingsprogramma.
De normale wondgenezing, wondverzorging en wondverbanden
Casuïstiek
De bedoeling van dit onderdeel is dat je de vragen bij de casussen beantwoordt met de kennis die je nu hebt en op de manier waarop je dat nu zou doen, dus nog zonder dat je de stof van dit programma hebt doorgenomen. Je maakt voor jezelf zichtbaar wat er nu in je geheugen zit.
Casus 1 Loesje
Loesje is elf jaar en komt in de praktijk omdat ze zojuist is gevallen op kunstgras en een grote schaafwond aan haar rechterknie heeft opgelopen. Bij inspectie blijkt dat de schaafwond ongeveer 6x6 cm groot is, verontreinigd is met zand en flink bloedt. Andere bijzonderheden zijn er niet.